werknemerszonderpapieren.be

Arbeidsrechten hebben geen grenzen

The Workplace Project

Land: Verenigde Staten
Soort organisatie: NGO (Worker Center), organisatie gebaseerd op lidmaatschap.
Basis voor organisatie: etnisch (Latino arbeidsmigranten en hun families) in Long Island, New York State
Aantal werknemers zonder papieren in de groep: er wordt niet naar gevraagd, maar ongeveer 50 % van de leden heeft geen legaal verblijf.

Geschiedenis

The Workplace project werd opgericht in 1992. Het is één van de vele Worker Centers in de VS, zoals ook ROC New York en de Coalition of Immokalee workers er zijn. Het richt zich op Latino migranten en hun families. Oorspronkelijk zagen ze vooral migranten uit El Salvador, die hun statuut konden regulariseren omwille van de oorlog in hun thuisland. Nadien kwamen andere nationaliteiten zich in Long Island vestigen, en daarom is nu nog steeds 50% van de werknemers zonder legaal verblijf.

The Workplace Project vertrekt vanuit de vaststelling dat je voor individuele werknemers niet heel veel kan doen; je kan ze een beetje helpen, maar dan worden ze telkens opnieuw bedrogen. Daarom wordt gemikt op collectieve actie buiten de rechtbank. Individuele cases zijn ze steeds minder gaan doen omdat die zo arbeidsintensief zijn.

Om collectieve actie mogelijk te maken, werden er vanaf 1992 cursussen georganiseerd voor werknemers. Er zijn wekelijkse bijeenkomsten, een beetje volgens hetzelfde principe als bij ROC New York: mensen kunnen er hun problemen vertellen en worden ingelicht over hun rechten. Wie vervolgens lid wil worden, volgt een uitgebreidere cursus rond arbeidsrechten, leiderschap, enzovoort. In deze cursussen wordt geprobeerd om niet enkel uit te leggen wat de wettelijke minimumrechten zijn, maar ook om werknemers te laten nadenken over wat er aan de wetten kan verbeterd worden. Op die manier worden de kiemen gelegd voor een echt politiek bewustzijn.

Mensen worden vervolgens lid van één van de comités die per sector zijn gevormd. Er is een comité voor huispersoneel, één voor fabrieksarbeiders, één voor dagloners (vooral in de bouw), enzovoort.

Een belangrijk principe van The Workplace Project is om acties te voeren samen met, en niet enkel voor de werknemers. Ze getuigen dat het vaak voorkomt dat werknemers zelf voorstellen aandragen voor acties, of de voorstellen van begeleiders afwijzen.

The Workplace Project demonstreert niet enkel voor werkplaatsen, maar zoekt werkgevers ook thuis op. Er worden flyers bedeeld in de bussen van de buren, waarin de schendingen van arbeidsrechten worden aangeklaagd. Op die manier heeft men al heel wat achterstallige lonen kunnen afdwingen. Daarnaast slaagden ze erin om de lonen van dagloners met 30% te laten stijgen. Voor huispersoneel schreven ze een wettekst, en maakten ze een modelcontract waar sommige agentschappen voor huisbedienden nu gebruik van maken. In de kader op p. 37 werd het voorbeeld gegeven van de wet rond het afdwingen van lonen, die The Workplace Project in 1997 kon afdwingen.

The Workplace Project werd door de staat New York erkend als ‘Wage and Hour Watch Group’, één van 5 groepen uit de civiele maatschappij die worden begeleid en erkend om arbeidsomstandigheden te monitoren in de staat. De werkgevers krijgen het signaal dat ze in de gaten worden gehouden, en werknemers weten dat ze niet alleen staan, doordat deze groepen voortdurend contact zoeken met hen.

In 2000 werden twee dagloners in Farmingville het slachtoffer van een racistische aanval. The Workplace Project richtte toen samen met een andere organisatie een ‘hiring hall’ in waar dagloners op een veilige manier naar werk konden komen zoeken.

The Workplace Project houdt zich niet enkel bezig met arbeidsrechten, maar ook met immigratieregels en met politieke participatie van Latino’s. Daarnaast is er een coöperatieve van schoonmaaksters en een initiatief om alternatief krediet te verstrekken aan leden. Van de 500 leden zijn er zo’n 20 % echt actief, maar de impact van hun activiteiten bereikt nog veel meer arbeidsmigranten.

Sterke punten van de aanpak van The Workplace Project

  • Empowerment krijgt heel erg de nadruk; werknemers worden geschoold en aangemoedigd om zelf het initiatief te nemen.
  • Werknemers worden lid van The Workplace Project na een cursus rond werknemersrechten van 8 weken en worden verondersteld deel te nemen aan acties voor andere werknemers (zoals bij ROC New York).
  • Er is een sterke analyse van de structurele problemen op de arbeidsmarkt, en ook werknemers worden daarvan bewust gemaakt. In plaats van zich met individuele gevallen bezig te houden die veel energie vragen en weinig structureel resultaat opleveren, ligt de nadruk op collectieve actie. ‘In plaats van ervan uit te gaan dat deelnemers aan onze cursus een probleem hebben, gaan we ervan uit dat het systeem een probleem heeft’.
  • Die actie richt zich ook op het beleidsniveau: The Workplace Project schrijft zelf wetsvoorstellen en slaagt er ook in om die aanvaard te krijgen.
  • De activiteiten van The Workplace Project richten zich op heel wat verschillende aspecten van het leven van de arbeidsmigranten.
  • Werknemers worden actief aangemoedigd om lid te worden van een vakbond.

    Uitdagingen voor The Workplace Project

  • Hoewel ze vaak succesvol zijn in het afdwingen van minimumrechten, zien ze het zelf als een groot gemis dat ze er niet in slagen om die rechten betekenisvol te verbeteren.
  • De groep moet heel wat energie steken in fundraising: diners, feestjes, verkopen, lidmaatschapsbijdragen,…
  • Worker Centers zijn te klein om echt collectieve onderhandelingen te kunnen voeren op een betekenisvolle schaal. Daarvoor zijn vakbonden nodig.

    Overeenkomsten en verschillen met de Belgische situatie

  • Worker Centers zoals The Workplace Project zijn kleinschalig, en werken met werknemers uit kleine en moeilijke grijpbare bedrijfjes. Wat dat betreft lijkt hun voorbeeld goed kopieerbaar in de Belgische situatie.
  • De techniek om werkgevers in hun privéleven te treffen (door hun gedrag aan de kaak te stellen bij hun buren) stelt mogelijk een aantal ethische en legale problemen.