werknemerszonderpapieren.be

Arbeidsrechten hebben geen grenzen

OKIA en de KIA's

Ondersteuningscomité Illegale Arbeiders – Komitees voor Illegale Arbeiders

Land: Nederland
Soort organisatie: NGO (OKIA) en werknemerscomité’s (KIA’s)
Basis voor organisatie (KIA’s): irreguliere status en etnische af-
komst
Aantal werknemers zonder papieren in de groep: 100%
Afkomst van de werknemers: divers, maar elke gemeenschap was georganiseerd in een apart comité (Turks, Marokkaans, Koerdisch,...)

Geschiedenis

Begin jaren ‘90 vormde zich in de Nederlandse tuinbouw een comité van werknemers zonder papieren dat zich het ‘Kommittee voor Illegale Arbeiders’ (KIA) noemde. Het begon met een Turks-Koerdisch comité, nadien kwam er een Marokkaans comité bij. Deze comités spraken Nederlanders aan omdat ze merkten dat het voor hen erg moeilijk was om hun weg te vinden in de Nederlandse bureaucratie. Er werd een ondersteuningscomité (OKIA) opgericht. De KIA’s hadden een soort overlegstructuur, waarbij elk comité een vast dagelijks bestuur had, dat overlegde met een (wisselende) achterban. Ze vroegen advies aan OKIA, maar namen hun beslissingen volledig onafhankelijk.

Het doel van deze comités was om de leefsituatie van werknemers zonder papieren te verbeteren. OKIA organiseerde permanenties met advocaten en dokters. Maar het bleek erg moeilijk om tot betekenisvolle resultaten te komen. Door het gebrek aan perspectief vielen de comités uit elkaar. Een aantal werknemers bleven actief bij OKIA, dat verder zocht naar manieren om de situatie van werknemers zonder papieren te verbeteren.

In 1995 was er dan sprake om de koppelingswet in te voeren. Daardoor zouden werknemers zonder papieren niet langer kunnen aangegeven worden bij de sociale zekerheid. Bovendien zouden ook andere diensten ontoegankelijk worden voor mensen zonder papieren, zoals medische zorg en onderwijs. Nederlandse organisaties slaagden erin om dat voorstel af te zwakken, waarbij OKIA een heel actieve rol speelde. De koppelingswet kwam er uiteindelijk in 1998.

Tot dat moment hadden heel wat werknemers ‘wit’ gewerkt, zelfs zonder verblijfsstatus. Met de koppelingswet kreeg een aantal van hen, die erg lang bijdragen hadden betaald, een mogelijkheid tot regularisatie. Maar die was enkel officieus en werd erg ongelijk toegepast.

Daardoor kwam een nieuwe, dynamische beweging op gang. Er werden nieuwe KIA’s opgericht, met een losse structuur, en OKIA zorgde opnieuw voor ondersteuning. De mogelijkheid tot regularisatie bleek mobiliserend te werken. Op het hoogtepunt brachten de werknemers zo’n 1500 man op straat. Vakbonden, mensen uit het onderwijs, advocaten en artsen werden door de acties aangesproken.

Toch stemde het parlement uiteindelijk nipt tegen een ruime regularisatie. Werknemers die net niet genoeg jaren hadden bijgedragen om geregulariseerd te worden, startten een hongerstaking. De vakbonden konden hen overtuigen om met hun actie te stoppen, maar uiteindelijk werden slechts 13 van de 132 hongerstakers geregulariseerd, wat geen goed deed aan het vertrouwen van de werknemers in de vakbond. Nadien volgde nog een kerkbezetting van anderhalf jaar. De organisatie binnen de KIA’s werd strikter, het was niet makkelijk om de grote groep met één stem te doen spreken, en ook binnen het solidariteitscomité waren er meningsverschillen. Naarmate de acties aansleepten, werd het voor OKIA moeilijker om hun juiste rol in het proces te bepalen.

Uiteindelijk zijn de KIA’s uit elkaar gevallen, maar OKIA is blijven bestaan. Er is ook blijvend aandacht gekomen bij een aantal actoren zoals de vakbond. OKIA heeft een onderzoek uitgevoerd naar de gevolgen van onder andere de koppelingswet voor de arbeidsomstandigheden in de glastuinbouw, en werkt verder aan het bereikbaar maken van rechten voor werknemers zonder papieren.

Sterke punten van de aanpak van OKIA

  • De comités werden volledig door werknemers zelf beheerd, en een ondersteuningscomité vergemakkelijkte de weg naar de Nederlandse samenleving.
  • OKIA heeft in 17 jaar tijd op verschillende manieren rechten bereikbaar proberen te maken voor werknemers zonder papieren. Een rode draad daarbij was het opbouwen van een netwerk dat werknemers kon ondersteunen, wanneer ze actie wilden voeren voor hun rechten. De ruggensteun zorgde voor meer ‘ruimte’ en veiligheid voor de werknemers, zonder dat Nederlanders het initiatief van hen overnamen.
  • Hoewel de activiteiten op verschillende momenten terugvielen op een laag pitje, zorgde de continuïteit van OKIA ervoor dat wanneer het nodig was, die steun wel voor een deel terug opgeroepen kon worden.
  • De etnische samenstelling van de werknemerscomités werkte zeker in het begin erg goed; werknemers konden overleggen in hun eigen taal, wat het makkelijker maakte om tot conclusies te komen.

    Uitdagingen voor OKIA

  • Op een bepaald moment werd het moeilijk voor het ondersteuningscomité om zijn eigen rol te blijven bepalen. Het idee van een los-vaste samenwerking kan een moeilijke evenwichtsoefening zijn.
  • Toen de koppelingswet was doorgevoerd en bleek dat een aantal werknemers met jarenlange staat van dienst in de illegaliteit zouden blijven, werd de situatie voor de werknemers kritiek. Daardoor steeg de spanning en werd de evenwichtsoefening nog moeilijker.
  • Voor de koppelingswet bleek het al moeilijk om betekenisvolle antwoorden te formuleren op de problemen van werknemers zonder papieren. Dat werd nadien nog lastiger.
  • Er was binnen de KIA’s geen formele overlegstructuur, in de tweede fase nog minder dan in de eerste. In de tweede fase werd dit wel gecompenseerd door het enthousiasme voor de mogelijkheid tot regularisatie. De net ingevoerde koppelingswet zorgde op dat moment ook voor een ruime aandacht voor mensen zonder papieren in de Nederlandse samenleving.

    Gelijkenissen en verschillen met de Belgische situatie

  • Een aantal elementen in het verhaal van OKIA zijn voor België erg herkenbaar: de hongerstakingen en kerkbezettingen, en de pogingen van Nederlandse organisaties en vakbonden om daar een correct antwoord tegenover te stellen.
  • De Nederlandse situatie van voor de koppelingswet, met heel wat mensen die als zogenaamde ‘witte illegalen’ tewerkgesteld waren, was vrij uniek. Hoewel gegevens uit het Vreemdelingenregister bij ons niet automatisch gekoppeld worden aan die uit de Sociale Zekerheid, komt ‘wit werk’ van mensen zonder papieren bij ons niet zoveel voor.
  • Omwille van de jarenlange en erg gevarieerde ervaring, is de geschiedenis van OKIA op verschillende punten zeker verhelderend.

    Referentiemateriaal

    ‘Onzichtbaar achter glas’, een vergelijkende studie van arbeidsomstandigheden voor en na de koppelingswet, Ahmed Benseddik en Marijke Bijl. Te bestellen via okia@hetnet.nl.

    Reacties




    Volgende hoofdstuk:
    Restaurant Opportunities Center New York