werknemerszonderpapieren.be

Arbeidsrechten hebben geen grenzen

Een aanbod dat voor werknemers het verschil maakt

Waarom werknemers zonder papieren organiseren?

Wie werknemers zonder papieren wil organiseren en hun rechten wil verdedigen, moet een aantal heel cruciale vragen beantwoorden:

  • Hoe ver gaat je solidariteit, en is dat voldoende om van betekenis te zijn voor de werknemers zelf?
  • Hoe ga je om met clandestiniteit, informele tewerkstelling, het gebrek aan alternatieven? Als de wet deze werknemers eigenlijk het werken verbiedt, hoe sta je daar dan als organisatie tegenover?

    ‘Waarom’ je de verdediging van deze werknemers wil opnemen, bepaalt voor een groot deel het antwoord op deze vragen. Een gezonde dosis eigenbelang vergroot vaak het engagement en de energie die in acties worden gestoken.

    In een bedrijf waar alle werknemers vochten tegen herstructureringen en besparingen, zag de Franse CGT hoe werknemers zonder papieren gebruikt werden om die plannen makkelijk door te voeren: de werkgever wilde hen ontslagen zonder vergoeding, zonder de procedures te respecteren,… Hierdoor begreep de vakbond dat reguliere en irreguliere werknemers een gemeenschappelijk belang hadden, namelijk vechten tegen een globalisering waarbij arbeid en arbeidsomstandigheden steeds meer onder druk staan.

    De Amerikaanse vakbond SEIU kampte sinds jaar en dag met een afkalvend ledenbestand. Flexibele en gehoorzame werknemers zonder papieren werden door werkgevers gebruikt in de plaats van reguliere, gesyndiceerde werknemers, om arbeidsomstandigheden onder druk te zetten. Organiseren van werknemers zonder papieren was dus een zaak van levensbelang.

    Wie werknemers zonder papieren wil mobiliseren rond hun arbeidsrechten, moet toch in de eerste plaats bereid zijn om de vragen te beantwoorden waar deze werknemers echt mee zitten. Dat is niet altijd gemakkelijk voor organisaties die binnen het kader willen werken van de wet en het reguliere sociale systeem. Werknemers zonder papieren staan immers vaak buiten het systeem.

  • Wie hen wil organiseren uit eigenbelang (om de arbeidsmarkt te beschermen, meer vakbondsleden te werven,…) moet zich afvragen of dat verzoend kan worden met de noden van de werknemers zelf.
  • Wie het doet uit solidariteit, moet zich afvragen hoe ver die solidariteit gaat, en of dat ver genoeg is om voor de werknemers echt iets te kunnen betekenen.

    Iets hebben om te bieden

    Werknemers zonder papieren kunnen enkel voor hun arbeidsrechten gemobiliseerd worden, als daar ook resultaten tegenover gesteld kunnen worden. Dat kunnen kleine, maar haalbare doelstellingen zijn.

    Tegelijk heeft het geen zin om op arbeidsrechten te blijven hameren, en andere dringendere noden te negeren.

    Om aan te sluiten bij de noden en wensen van werknemers zelf, vertrekken verschillende organisaties vanuit concrete dienstverlening. MRCI heeft een inloopcentrum waar werknemers elke mogelijke vraag kunnen stellen. Elk van de drie werknemersgroepen die het oprichtte, kende zijn oorsprong in problemen die gemeld werden in het inloopcentrum. Dat maakte dat MRCI erg gericht aan de slag kon gaan, en dat de problemen die het aanpakte aansloten bij de vragen van werknemers zelf.

    Actiepunten rond arbeidsrechten

    Het onderwerp van dit inspiratieboek is ‘hoe arbeidsrechten afdwingen van werknemers zonder papieren buiten de rechtbank om’. Zoals eerder gezegd, beschouwen werknemers arbeidsrechten vaak als een luxe. Werk vinden en behouden is hun grootste zorg. Werknemers zonder papieren geloven trouwens vaak niet echt dat rechten op hen van toepassing zijn, ook al omdat ze een groot wantrouwen koesteren tegenover de autoriteiten en de maatschappij die hen vooral buiten wil.

    Wie deze werknemers wil overtuigen om op te komen voor hun rechten, moet dus concrete en haalbare actiepunten in het vooruitzicht kunnen stellen, die voor de werknemers ook echt iets betekenen. In onze voorbeelden vonden we volgende actiepunten terug:

  • Niet-betaalde lonen afdwingen. Werkgevers die niet betalen zijn één van de meest nijpende problemen op de clandestiene arbeidsmarkt. Wie die lonen kan helpen opeisen zal zeker geïnteresseerde werknemers kunnen vinden. OR.C.A. doet dit op individuele basis, net als vele andere dienstverlenende organisaties. Andere organisaties, zoals Elixir/A en ROC New York, passen collectieve strategieën toe om achterstallige lonen af te dwingen. The Workplace Project zorgde er zelfs voor dat werkgevers die hun werknemers niet betaalden, zwaardere straffen konden krijgen (zie hier).
  • Hogere lonen: dat was de inzet van bijvoorbeeld de acties van de Coalition of Immokalee Workers.

    The Workplace Project schreef in de jaren ’90 een wetsvoorstel dat werkgevers die arbeidsrechten schonden, zware straffen oplegde. De boete voor het niet-betalen van minimumlonen zou 8 keer hoger worden, en wie moedwillig weigerde minimumlonen uit te betalen zou strafrechtelijk vervolgd kunnen worden. Om steun te vinden voor hun voorstel, bezochten ze een republikeinse senator die een snoeihard beleid tegen mensen zonder papieren bepleitte: hij wilde bijvoorbeeld kinderen zonder papieren uitsluiten uit publieke scholen. Met een groepje werknemers en een installatie voor simultaanvertaling bracht The Workplace Project hem een bezoek bij hem thuis. Op die manier werd de senator voor de eerste keer rechtstreeks geconfronteerd met de werknemers zonder papieren waar hij zo verbeten actie tegen voerde.

    Zes maanden later hadden ze de steun van werkgeversorganisaties, vakbonden, religieuze en andere groepen, en uiteindelijk moest een weifelende Republikeinse gouverneur in 1997 zijn handtekening onder de wet zetten.

  • Soms gaat het om heel kleine punten die het leven van werknemers draaglijker maken: vele organisaties komen bijvoorbeeld tussen bij werkgevers om een vrije dag af te dwingen waarop werknemers vormingen kunnen volgen, naar de mis kunnen gaan, enzovoort.
  • Het Spaanse Andalucia Acoge kiest ervoor om werknemers te helpen bij het zoeken van werk, zelfs al hebben ze geen verblijfs- of werkvergunning. Ze proberen er daarbij op toe te zien dat de voorwaarden van de tewerkstelling overeenkomen met de wettelijke minima.
  • MRCI biedt aan huishoudsters professionele vormingen aan: cursussen kinderen ouderenzorg bijvoorbeeld. Deze cursussen werden door de werkneemsters erg gewaardeerd. Zonder dat MRCI actief aan arbeidsbemiddeling deed, konden de werkneemsters zo toch hun positie op de arbeidsmarkt verbeteren.

    Vormingen zijn een goede gelegenheid om werknemers te bereiken en eventueel ook aan te spreken over arbeidsrechten. Veiligheid op het werk zou het onderwerp kunnen zijn van zo’n vorming. Liefst in de taal van de werknemers zelf. Veel werknemers zonder papieren werken in sectoren met een hoog risico op ongevallen, bijvoorbeeld in de bouwsector. Het is bekend dat arbeidsmigranten hogere risico’s lopen op arbeidsongevallen, en hun gebrekkige kennis van de veiligheidsvoorschriften kan alle werknemers op de werkvloer in gevaar brengen.

    Een aantal van deze voorbeelden zullen misschien de nodige vragen oproepen. Maar het zijn wel tastbare resultaten, die voor de werknemers zelf waardevol zijn. Kleine resultaten kunnen een opstap vormen naar andere acties rond arbeidsrechten en empowerment van werknemers zonder papieren.

    Actiepunten rond migratiestatus

    Migratiestatus is nauw verbonden met arbeidsrechten. Alle organisaties die arbeidsrechten van werknemers zonder papieren – en arbeidsmigranten in het algemeen – willen helpen afdwingen, worden dan ook eerder vroeg dan laat geconfronteerd met de vraag naar een stabiele legale status. We willen de kwestie van legale status hier graag opsplitsen:

  • de vraag naar een legale erkenning als werknemer (economische migratie, regularisatie via de arbeidsmarkt)
  • de vraag naar een legale verblijfstatus los van de arbeidssituatie, maar die misschien wel gesteund wordt door organisaties van werknemers.

    Een legale erkenning als werknemer

  • In Nederland toonde het voorbeeld van OKIA de kracht van acties voor een legale verblijfstatus. Toen er enkel rond leef- en arbeidsomstandigheden gewerkt werd, konden de groepen van de werknemers, de KIA’s, de werknemers niet blijven mobiliseren. De KIA’s herleefden echter, toen er een perspectief was op regularisatie.
  • Omgekeerd hadden de huishoudsters die het FNV contacteerden verschillende concrete vragen. Eén daarvan was de vraag naar werkvergunningen voor buitenlandse huishoudsters om in Nederland te werken. Het FNV slaagde er aanvankelijk niet in om een antwoord te formuleren op deze vraag. Dit was één van de redenen waarom het aantal bij de vakbond aangesloten huishoudsters sterk daalde na een eerste golf van enthousiasme.
  • Ook de stakingen van werknemers zonder papieren onder impuls van de CGT in Frankrijk draaiden rond een legale verblijfstatus. We vermelden ze hier, omdat de regularisatie werd aangevraagd via de werkgever. Naarmate de stakingen elkaar opvolgden, werd er steeds meer aandacht besteed aan het feit dat de actievoerders werknemers waren en bijgevolg ook arbeidsrechten hadden. Hierdoor kreeg de vraag om regularisatie een andere dimensie: het werd een ‘recht’, en niet zozeer een ‘gunst’ die men vroeg.
  • Het Collectif des Travailleurs Sans Statut Légal de Genève noemt zich het ‘collectif des travailleurs’. Ze geloven vooral in regularisatie als een manier om hun situatie te verbeteren. Door zich als werknemers te uiten, slaagden ze erin om de steun van vakbonden achter zich te krijgen.
  • MRCI in Ierland voert campagne voor ‘bridging visa’: een speciale verblijfsvergunning die werknemers die om een of andere reden hun status zijn kwijtgeraakt, opnieuw de kans geeft om legaal werk en een legaal verblijf te vinden

    De vraag naar een legaal statuut op humanitaire basis:

    In België lijken vakbonden en een deel van de sociale organisaties op dit moment eerder te kiezen voor een regularisatie – en migratie – op basis van humanitaire redenen. Regularisatie via werk lijkt voor velen immers teveel op ‘gekozen migratie’ of ‘immigration choisie’. Dit kan nadelig zijn voor de zwaksten (met de minst gegeerde diploma’s, de grootste nood aan bijstand) en ook risico’s inhouden voor de arbeidsmarkt: werknemers zonder papieren riskeren makkelijk manipuleerbaar te zijn in ruil voor een verblijfsvergunning, en werkgevers zouden hen zo kunnen gebruiken om arbeidsomstandigheden te ondergraven.

    De vakbond SEIU in Los Angeles organiseert in de dienstensector onder andere onderhoudspersoneel en conciërges. SEIU LA heeft in haar standaard contracten een aantal opmerkelijke clausules in verband met de rechten van arbeidsmigranten (zonder papieren):

  • Wanneer een werknemer met valse papieren blijkt gewerkt te hebben, mag dit niet leiden tot het ontslag van die werknemer.
  • Een dergelijke werknemer heeft ook recht op anciënniteit voor de periode dat hij of zij met een andere identiteit heeft gewerkt.
  • Wanneer de werkgever weet heeft van een nakende immigratiecontrole (in de USA is immigratiecontrole nog een volledig aparte dienst, los van politie of arbeidsinspectie), dan is hij verplicht om zijn werknemers ervan te verwittigen.
    Actiepunten rond de algemene leefsituatie van de werknemers

    Omdat mensen zonder wettig verblijf buiten het systeem van sociale bescherming vallen, hebben ze vaak heel wat dringende noden waar geen pasklaar antwoord op bestaat. Wie hun arbeidsrechten wil verdedigen, kan die noden niet zomaar negeren.

  • Sommige organisaties kiezen ervoor om er zelf een antwoord op te bieden, waardoor ook hun geloofwaardigheid bij de werknemers groeit. Het risico is dan wel dat er nog weinig tijd overblijft voor de vraag naar arbeidsrechten.
  • Daarom kiezen andere organisaties er eerder voor om samenwerkingsverbanden te sluiten met andere organisaties.
  • In Nederland hadden huisbedienden geen toegang tot een medische verzekering. Er bestaat een systeem van dringende medische hulp, maar dat is nogal omslachtig. FNV ondersteunde de huisbedienden die bij hen aangesloten waren om een medische (privé-) verzekering af te sluiten. Hoewel het resultaat teleurstellend was, werd daarmee toch ingegaan op één van de eigen vragen van de werkneemsters.
  • In onze eigen arbeidersbeweging werd van bij het prille begin ruime aandacht besteed aan de algemene leefsituatie van de werknemers. Onze mutualiteiten ontstonden uit de solidariteitskassen die arbeidersbewegingen oprichtten. Maar er waren ook alfabetiseringsklassen, jeugdbewegingen, fanfares, broodbakkerijen, een heel scala aan diensten en activiteiten voor (en door) de arbeiders.
  • Het Collectif des Travailleurs Sans Statut Légal heeft praatgroepen waar vrouwen met elkaar kunnen praten over (al dan niet seksueel) geweld, een onderwerp dat veel te taboe is om met buitenstaanders te bespreken. Na de onderlinge discussies brengt een afgevaardigde deze problemen aan op een hoger niveau, en wordt er gezocht naar oplossingen.
  • Het CTSSL heeft ook een soort onderlinge solidariteitskas opgezet die dient om leden bij te springen bij bijvoorbeeld ziekte. Deze is wel eerder ad hoc, ze is niet geformaliseerd.
    Andere activiteiten

    De noden van werknemers zonder papieren zijn vaak groot, en de antwoorden op die noden beperkt. Sommige organisaties bieden nog andere zaken aan die niet direct problemen oplossen, maar werknemers wel motiveren om naar bijeenkomsten en activiteiten te blijven komen.

    Zo bood MRCI aan huisbedienden uitstappen aan, waar ze ervaringen konden uitwisselen en hun isolement konden verlichten. Er werd ook een kunstproject opgezet, dat aan huisbedienden de gelegenheid gaf om over hun eigen situatie en wensen na te denken, over de rol die ze speelden in de maatschappij. Dit kunstproject werd door de huisbedienden erg gewaardeerd. Andere groepen werken met toneel, foto’s en andere media om aan bewustwording te doen en het gevoel van eigenwaarde van werknemers te versterken.

    In sectoren waar werknemers erg geïsoleerd zijn, zoals huispersoneel maar ook arbeiders in de landbouw, is bereikbaarheid een belangrijk element. Wie lange dagen werkt op een afgelegen plek, heeft niet de mogelijkheid om wekelijks naar de dichtstbijzijnde stad te trekken voor allerlei activiteiten. Verschillende organisaties doen daarom speciale inspanningen om naar de werknemers toe te gaan. Op de werkplaatsen worden ze meestal niet toegelaten, dus de ontmoetingen moeten plaatsvinden na de werkuren. In de Andalusische regio Almería, waar landarbeiders vaak extreem geïsoleerd leven, richtte de SOC ontmoetingscentra in op het platteland, Werknemers kunnen er vrij binnen en buiten lopen, een koffie drinken, praten, en, als ze dat nodig vinden, hulp vragen voor hun problemen.

    Reacties




    Volgende hoofdstuk:
    Creatieve strategieën om rechten af te dwingen